26 augustus 2012 | Door: Joke
26 augustus 2012 | Door: Joke
9 augustus 2012 | Door: Joke
8 augustus 2012 | Door: Joke
4 augustus 2012 | Door: Joke
2 augustus 2012 | Door: Joke
30 juli 2012 | Door: Joke
28 juli 2012 | Door: Joke
26 juli 2012 | Door: Joke
25 juli 2012 | Door: Joke
23 juli 2012 | Door: joke
21 juli 2012 | Door: Joke
Om 7 uur ging onze wekker. Meteen goed wakker, want de vakantie staat op het punt om te beginnen. Hoewel we pas om 12.30 uur vliegen. Geen vakantiestress is het motto. Op naar Schiphol. In vertrekhal 2 slaan we de dames in de blauwe pakjes over en gaan naar de selfservice bagageapparaten. Eenmaal 'heavy' = 24 kg. maar volgens onze weegschaal onder 23 kg. en de ander i.i.g. veel minder. Dan met de instapkaarten en paspoorten door de douane. Bij de winkels nog even wat leesvoer gescoord en een kop koffie en een broodje genomen. Er lopen veel sporters in oranje trainingspakken rond, op naar de Spelen in Londen. We lopen richting E 05, de bodyscan komt er bij de gate weer aan te pas, en na goedkeuring wachten we tot boarden. Het toestel heet Plaza de la Catedral-La Habana (op Cuba dus). Om 12 uur zitten we aan boord van de Airbus 330, stoel 12A en 12B en met configuratie 2-4-2 dus niemand naast ons. Comfort class. Vlucht KL 677 vertrekt om 12.45 uur en is een feit.
We laten de Nederlandse kustlijn achter ons en gaan dan over Noord-Engeland richting Canada. We lezen en luisteren wat, kijken twee films (The Iron Lady en Jackie, beide best goed). We vliegen over IJsland (groen) en daarna over Groenland (ijs). Daarna de Hudson Bay en Canada zelf met enorm veel meren en meertjes. We zijn bijna volgens planning om 13.38 uur Canadese tijd geland, in Nederland is dat 21.38 uur. Thank you for choosing KLM. Acht uur tijdsverschil, mountain time hier. Op de gebouwen van het vliegveld wappert de rood-witte vlag. Op de luchthaven van Calgary ontwaren wij een unicum: wat oudere dames met rood-wit kleding én een cowboyhoed die rondsjezen op golfkarretjes om de minder goed ter been zijnde passagiers te vervoeren. Ze staan overigens iedereen vriendelijk en met raad en daad te woord, hulpvaardig waar dat kan. Geweldig en wat een leuke, dankbare baan.
Het is een klein vliegveld, bij de douane gaat het er soepel aan toe, we hebben al snel de bagage. Dan speuren naar autoverhuurder Alamo die zit aan de overkant van de weg in een kantoor in de grote parkeergarage. Het contract wordt opgemaakt, we hebben de goedkoopste SUV gereserveerd. Frans vindt het fijn hoog te zitten en in te stappen, we zijn dat ook zo gewend. Maar wat krijgen we: een volbloed SUV Ford Edge en superluxe met verwarmbare stoelen, sunroof, boardcomputer etc. Wat een (niet betaalde!) weelde! Frans blij en ik denk er het mijne van, maar hoef waarschijnlijk nauwelijks of niet te rijden nu … We laden de koffers in, installeren onze eigen TomTom en gaan op weg naar Banff ca. 120 km te gaan en kale reistijd 1,5 uur. Om maar gelijk met de deur in huis te vallen: we zien niet veel van Calgary, de nickname van de stad is Cow Town. Maar Calgary is inmiddels meer het Dallas van Canada. Het zwarte goud (olie) en gas zorgen voor veel inkomsten en grote bedrijven hebben hier hun kantoren gevestigd. De dollars vloeien rijkelijk. Wat hoogbouw uit de verte, de snelweg loopt er omheen en wat we wel van de regio Calgary en K-Country (Kananaskis) meekrijgen is het weidse gevoel. Weiden, heuvels en koeien. In 1988 werden onderdelen van de Olympische Spelen hier gehouden. De weg klimt en de bergen doemen voor ons op. Vanaf dan ook meer bossen. We komen zo'n 25 km voor Banff langs Canmore en besluiten dat even te bekijken. Een typisch Amerikaanse/Canadese plaats: rechte straten. Verdwalen kan je niet. Zetten de auto langs Main Street, nemen bij de Rocky Mountain Bagel Company een …. juist bagel. Het is aangenaam verpozen op het terras in de zon. Een paar kilometer voor Banff naderen we de ingang van het Banff Nationale Park (NP), een aantal huisjes waar je entree moet betalen. I.v.m. onze route en een groot aantal dagen verblijf in de Nationale parken is een Parks Canada Annual Pass het voordeligste. We zijn Hollanders tenslotte. Dan zijn we nagenoeg in Banff aangekomen en zien al snel ons hotel aan het begin Banff Avenue. We checken in en krijgen kamer nr. 218, de inrichting is klassiek maar keurig en aan de achterkant dus rustig.
We geven niet toe aan de vermoeidheid, nemen een douche en kleden ons om. Gaan naar de iets verderop gelegen eetgelegenheid The Keg (die je overal in Canada tegenkomt) en nemen een bescheiden maal. Dan is het echt op voor vandaag. Want ons lichaam is dan wel een wonderbaarlijke, ingenieuze schepping, maar deze dag heeft 32 uur! Dus we gaan zo slapen …
De nieuwe dag begon vroeg, om 6 uur compleet uitgeslapen. Dan kun je denken, ik draai me nog een keer om, maar dat werkt nu eenmaal niet met een lichte jetlag. Fijn dus zo’n koffiezetapparaat op de kamer: eerst maar een bakje leut. Douchen, vervolgens naar buiten kijken wat het weer doet. Dat ziet er goed uit, de zon is ook al wakker. Het is tijd voor ontbijt en je bent niet voor niets in Canada, dus een uitgebreid ontbijt met eieren en toast hoort erbij. Schijnt ook positief te werken tegen de jetlag. Vandaag ‘sunny side up’. We kunnen er tegenaan, een flinke bodem is aanwezig.
Na het ontbijt pakken we de spullen en lopen naar de auto en gaan op weg naar Safeway om wat boodschappen te doen, heerlijk rustig nog zo vroeg. Dan rijden we via het centrum naar de gondola (kabelbaan) buiten het centrum van Banff, onderweg springen 2x ‘rendeers’ voor de auto om de weg over te gaan. Bij de gondel is de parkeerplaats nog nagenoeg leeg en kopen we kaartjes om naar Sulphur Mountain te worden gebracht. Prachtige vergezichten daar op Banff zelf, de Bow River, Banff Spings hotel, Lake Minnewanka en de rest van de omgeving. Er is een plankenpad/boardwalk naar Sanson Peak en daar lopen we op ons gemak heen. Het is inmiddels behoorlijk warm geworden. Teruglopen naar beneden vergeten we nog even, acclimatiseren doe je met beleid... Dus gaan we met de gondola terug en rijden naar het bekende en kolossale Banff Springs hotel. Imposant, maar eigenlijk vinden we de ground squirrels die daar rondlopen, spelen, knabbelen en poseren veel fotogenieker, so cute! Daarna wilden we de Cave and Basin site bezoeken ** maar die is deze zomer gesloten, erg jammer. We besloten de Fenland trail te lopen, bij de kleine parking aangekomen staat er een bord: op eigen risico, veel modder en water op de paden. Toch ingelopen, eerst zien en dan geloven. Al snel bleek het inderdaad niet te doen als je niet tot je knieën weg wilt zakken, dus omgekeerd. Jammer! Toen maar de auto geparkeerd bij de Bow River en een rondje Banff centrum gelopen, de ene kant van Banff Avenue heen en de andere terug. Het centrum heeft leuke winkels, maar het is er druk en warm, dus we hebben ook maar uitgebreid een terrasje genomen: vakantie! De straatnamen in Banff verwijzen naar de dierenwereld: Caribou, Moose, Lynx en natuurlijk Bear Street etc. Onze accommodatie ligt aan Banff Avenue, maar wel verderop in het rustige gedeelte. We lopen naar het echte centrum in 10-15 minuten.
Over de plaats en streek rond Banff had ik het volgende verzameld.
In 1883 kwamen spoorwegarbeiders bij een groepje zwavelhoudende bronnen, die nu ** Cave and Basin Springs heten, ze liggen onderaan Sulphur Mountain. Ze waren op zoek naar goud…. Al snel verklaarde de overheid het bronnengebied tot beschermd gebied en later doopte men het om tot National Park Banff. Langzaam komt het toerisme op gang. De Canadian Pacific Railway (CPR) zorgde voor de rest want de spoorlijn die aan het eind van de 19e eeuw werd aangelegd en vooral de bouw van 3 grote spoorweghotels: Banff Springs hotel, Chateau Lake Louise en Emerald Lake lodge zorgden voor toename van het toerisme. Banff ligt op 1383 meter hoogte tussen de imposante bergen Cascade Mountain (2997 m.) en Mount Rundle (2948m.) en heeft 7600 inwoners, in het hoogseizoen vanwege de toeristen echter ruim het dubbele. De drukke Banff Avenue vormt de hoofdstraat met winkels, accommodaties en veel horeca. Banff staat samen met Jasper, Yoho en Kootenay Park op de Werelderfgoedlijst van Unesco.
Dat het een toeristische trekpleister is, was ons bekend. Banff heeft een luxe probleem: het is te populair. Er komen zo’n 4,5 miljoen bezoekers per jaar. En iedereen komt voor die geweldige natuur. Ja, dat is dus een hoofdstuk hersengymnastiek voor de bestuurders van de plaats. Wat doe je met zoveel toeristen per dag, met auto’s en campers die moeten parkeren en met de uitlaatgassen daarvan? Inmiddels is er een bouwstop afgekondigd en heeft de bouwkoorts zich verplaatst naar het iets oostelijker gelegen Canmore waar we gisteren een stop hadden.
23 juli 2012
Vanochtend ging het qua tijd al een stuk beter, dus zo rond de klok van acht knorden onze magen en werd het tijd om in actie te komen. Bij het ontbijt bepalen we ook de definitieve plannen. Het heeft vannacht geregend, de straten zijn behoorlijk nat en het is een stuk koeler. We gaan op pad en willen de Bow Valley Parkway doen, een mooie route tussen Banff en Lake Louise waar je vaak wild kunt zien. Dan bezoeken we ook Johnston Canyon. Zo gezegd, zo gedaan. Nadat we Banff uit zijn en de Bow Valley oprijden, staan er na een aantal kilometers een aantal auto’s langs de weg. Berenfile! Een bearjam verwijst naar een file veroorzaakt door mensen in auto’s en campers die langs de weg wild zien en stoppen om te fotograferen. We horen dat er een zwarte beer in de bosjes zit en inderdaad na enig speurwerk en met de verrekijker zien wij hem ook. Een foto nemen lukt helaas niet, maar nr. 1 is binnen! Dan vervolgen wij de weg naar de canyon, waar we rond 10 uur aankomen en het nog lekker rustig is. We beginnen de wandeling richting Lower Falls om daar te bepalen of we door willen lopen naar Upper Falls. Het is niet zozeer de afstand als wel het hoogteverschil wat bepalend is. Het is inmiddels weer zonnig en warm en het loopt prima met mooie zichten op de woeste rivier en de rotsen eromheen. Het stuk tot de Lower Falls is druk, we gaan door voor de Upper en daar komen we veel minder wandelaars tegen. Na afloop is het inmiddels lunchtijd en nemen we een broodje en ‘poutine’ en delen dat beide, dat laatste is een typisch Canadees gerecht van frites met dikke jus en gesmolten kaas erover. Leuk om gegeten te hebben, je moet alles proberen. Maar mwah, we zijn niet dolenthousiast. We rijden de weg verder naar Lake Louise en vandaar weer richting Banff. Op de terugweg weer een file: daar moet iets te zien zijn! Ja ja beer nummer 2 voor vandaag, een bruine die zich heerlijk tegoed doet aan besjes. Het volgende obstakel op de rit is een omgevallen boom, veel auto’s achter elkaar en wat sterke mannen -Frans ook ;-) – slepen de boom naar de kant, zodat de auto’s weer door kunnen rijden. Iets verder weer allerlei omgevallen dunnere bomen, dus er zal iets van een windhoos hebben plaatsgevonden, de hele weg ligt vol bomentroep. Leken ons dit genoeg stops voor vandaag, wederom een file, dit keer voor een elk (heel groot hertachtig beest), die rakelings langs onze auto loopt! In Banff aangekomen, het is pas 4 uur, dus we gaan de Tunnel Mountain Road op en gaan naar het uitzichtpunt van de Hoodoos en de Bow River: erg mooi die vreemd gevormde rotsformaties. Dat waren zo de activiteiten van deze dag.
We hebben Banff verlaten, je kunt daar gerust langer doorbrengen, maar we willen meer ontdekken. Vandaag maar een korte route voor de boeg. We rijden in de richting van Lake Louise maar slaan af naar Moraine Lake. Maar voordat we daar waren hebben wij (!) onderweg een bearjam veroorzaakt. We zagen tussen de bomen iets zwarts bewegen en na de training van gisteren was het antwoord snel te vinden: een beer. Een mooi, klein zwart exemplaar. Op de foto misschien een zoekplaatje, maar het beestje wilde niet stil staan voor camera.
Bij Lake Moraine de auto geparkeerd en dan gaan we eerst maar eens de omgeving verkennen en doen de The Rockpile trail. Een behoorlijk klim, maar het zicht over het meer maakt alles goed: fantastisch! Een aantal wandelingen hier mag je alleen doen met minimaal 4 personen vanwege de aanwezige beren. We wachten dus op wat mede-wandelaars en beginnen vervolgens aan de Consolation route, maar die is na enige tijd echt onbegaanbaar en gevaarlijk, dus we besluiten terug te gaan en voor de simpeler Lakeshore te gaan. Die loopt naar het andere eind van het turquoise meer. Onderweg horen we een enorme knal, het klinkt als onweer maar het is een stuk van de gletsjer dat afbreekt en met een vaart naar beneden valt.
We eten 's avonds in het Wilcox restaurant van de lodge, dat is erg goed en de ambiance doet de rest. Veel gasten hebben de open haard aangestoken, we zien rook uit de schoorstenen komen. Het hout ligt bij de voordeur klaar. Wij vinden dat echter wat ruiken en om in diezelfde kamer te slapen niet fijn. De kachel slaat vanzelf aan en de ergste koude is uit de kamer en verder ligt er een nep-berenvel op het bed .... Het is een fantastische lokatie!
Moraine Lake ligt op 1890 m. en is half zo groot als het bekende Lake Louise, het is echter nog intenser blauw van kleur. Dat komt doordat zgn. rock flour (gletsjermeel) dat wordt meegevoerd en reflecteert en dat geeft de mooie kleur. Met uitwaaierende puinhellingen om het meer en aan de voet van de hoge rotswanden van vele bergen is het prachtig gelegen, het heet hier niet voor niets Valley of Ten Peaks. De weerspiegeling van de bergen in het meer (bij zon) is zo fraai dat het stond afgebeeld op de achterkant van een 20 dollar biljet. Het water van het meer wordt niet ‘warmer’ dan 5 graden, ook in midzomer.
Na het uitchecken reden we naar het bekendste meer van de Rockies: Lake Louise. In iedere fotoreportage, blad of reisgids staat dit meer en het hotel Château Lake Louise afgebeeld. Als je Lake Louise hebt gezien, ben je in Canada geweest.
In 1890 bouwde de Canadian Pacific Railway het eerste Chalet Lake Louise op deze unieke plek. Toeristen konden hier gemakkelijk met de trein naar toe komen. Later brandde het chalet af en werd het Chateau gebouwd. Je kunt je afvragen of zo’n gebouw in deze omgeving past, maar qua ligging is het subliem gekozen.
Lake Louise is ruim 2 km lang, 500 meter breed en 70 meter diep. Het ligt op 1731 meter hoogte. ‘s Winters is de omgeving van Lake Louise het grootste skigebied van Canada.
We parkeren in de garage van The Fairmont Chateau Lake Louise (een mond vol) en maken ons gereed voor de trekpleister. Het meer heeft ongeveer dezelfde kleur als Moraine Lake valt ons op. Ook weer de imponerende bergen die het meer omsluiten. Je maakt al snel een vergelijking tussen de twee meren Moraine en Louise, welke vinden we mooier? Maar dat is net als de vraag of Grand Canyon of Bryce Canyon mooier is. Zijn ze niet beide schitterend en uniek!
Eerst een kopje koffie bij The Fairmont Chateau Lake Louise. Dan de paden op richting Lake Agnes en het teahouse. Een fikse klim die met gemengde gevoelens wordt afgelegd. Inmiddels staat de zon weer hoog aan de hemel en genieten wij van het heel fraaie uitzicht op het meer, de Victoria gletsjer en alle mensen. Wel vermakelijk als je er rondloopt, net Babylonië, al die talen die je hoort spreken om je heen. Juist omdat het mooi weer is besluiten we een kano te huren en het meer op te gaan. Dan zie je alles vanuit een ander perspectief en het is lekker koel op het water ook. We drijven en peddelen een uurtje op het apart gekleurde water. Het is zonde om met dit weer binnen te zitten, dus we wandelen wat rond het meer en bij het ‘kasteel’, drinken wat, maken foto’s en mijmeren over het goede leven en de fantastische omgeving. Een mooie dag om bij te schrijven.
En we mogen ons kasteelheer en -dame noemen, want we slapen 1 nacht in het 'chateau', een zaal van een kamer met meerzicht en een zaal van een badkamer. We eten in de Walliser Stube, minstens de helft van de gasten gebruikt daar fondue (vlees of kaas) maar wij houden het met deze temperaturen liever bij iets anders. Frans neemt de échte Schnitzel (jaja die is goed en groot) en Joke Risotto al Funghi.
We vertrokken vanochtend bijtijds, de afstand is wel te overzien, maar er is veel te zien onderweg en dat vergt tijd. We halen bij de Laggan’s Bakery een verse baguette voor onderweg en beleg hebben we. Een koffie take away erbij en gaan met die banaan. We doen vandaag de Promenade des Glaciers, ofwel Highway 93 maar beter bekend als Icefields Parkway. In de Top 10 van Mooiste Routes ter Wereld van National Geographic. Ze noemen de weg hier trouwens Highway to Heaven (??!!), maar dat gaat ons iets te ver.
De weg volgt de continentale waterscheiding, dwars door de Canadese Rockies met een gemiddelde hoogte van 1700 meter. De weg heeft een lengte van 230 km. en werd tijdens de economische crisis van de jaren dertig van de vorige eeuw aangelegd als werkverschaffingsproject. In 1940 reden de eerste auto’s over de weg, tegenwoordig trekken jaarlijks ca. een miljoen toeristen met auto of mobiele huisjes het traject af. Alle interessante plekken langs de weg worden aangegeven met bruin-gele borden. In volgorde van Lake Louise (Z.) tot Jasper (N.) doen we de volgende bezienswaardige plekken:
Herbert Lake
Crowfoot Glacier, de laatste vijftig jaar heeft deze gletsjer zich een heel eind teruggetrokken, zodat de ‘kraaienpoot’ nu een teen mist.
Peyto Lake (quelle couleur!) waar een behoorlijke klim wordt beloond met een fantastisch lichtblauw meer
Mistaya Canyon -Mistaya is Indiaans voor grizzly- uitgesleten rotsen en kolkend water.
Bij The Crossing gebruiken we een kopje soep. Na het uitzichtpunt van Big Bend Hill komen we bij Columbia Icefield Centre van de National Park Services met een interessante tentoonstelling over het gebied, maar verder vrij toeristisch. Je kunt hier ook de bekende ritten per snowcoach maken over de gletsjer. Er rijden er veel rond en de mensen worden een poosje gedropt op de gletsjer. Zijn we geen fan van, maar dat kan persoonlijk zijn. De Athabasca gletsjer is vanaf de weg te zien, de Athabasca-ijstong is zo’n 6 km lang en tussen de 90 en 300 meter breed. In de afgelopen 125 jaar is deze gletsjer de helft minder dik geworden. Doordat deze gletsjer langs de Icefields Parkway ligt is dit de meest bezochte gletsjer van Noord-Amerika.
Hier nuttigen wij ons stokbroodje en een stuk fruit in de zon met uitzicht gelijk een ansichtkaart.
Daarna regent het even maar als we bij Sunwapta Falls komen is het weer zonnig. Dan rijden we door naar Jasper en gaan naar onze accommodatie. Een leuke cabin met groot terras en mooi ingericht, keukentje, badkamer en woon/slaapkamer. Aan de rand van het bos.
Jasper National Park is het grootste nationale park van de Rocky Mountains 10.800 km2. Naast Banff het tweede kroonjuweel van de Canadese Rockies. Jasper is een veel groter park, maar ontvangt veel minder bezoekers. Het ligt dan ook wat meer afgelegen. Ook Jasper is gesticht als spoorwegstadje op de treindiensten van Canadian National Railway tussen Edmonton en Prince Rupert. Jasper telt 4200 inwoners. In de zomer x3.
We aten die avond iets in het centrum bij een restaurant genaamd Papa George. Papa kan aardig koken. Met uitzicht op de bergen in de verte en het treinstation van Jasper voor onze neus. Er ging een goederentrein langs en dat duurde zoal even en we telden zo’n 140 wagons, er leek geen eind aan te komen. We spraken de ober aan en hij vertelde dat het hier gebruikelijk is dat een trein uit 150-200 wagons bestaat, met meestal 2 locs. Ongelofelijk! We gaan er morgen eens op letten en tellen natuurlijk.
Vandaag scheen de zon al vroeg tussen de gordijnen door en aangezien de ochtendstond goud in de mond heeft, zijn we na het ontbijt direct op pad gegaan. Eerst naar de kabelbaan met de naam Jasper Tramway. Deze kabelbaan heeft twee rode “bakken”, in zo’n bak passen ca. dertig mensen. Wat je liever niet wilt want dan is het behoorlijk benauwd en je hangt toch aan zo’n kabel met z’n allen, maar enfin 7 minuten claustrofobie overleeft een mens wel. Van beneden aan de berg naar Whistlers Mountain op 2277 meter. In de lift omhoog krijg je uitleg. En boven is het zo'n 12 graden koeler dan beneden ..... De berg waar je aankomt is zo kaal als een biljartbal, er is nauwelijks begroeiing en daardoor is het koud en winderig. Eenmaal boven hebben we een werkelijk fantastisch uitzicht over zes bergketens, tig meertjes, verschillende rivieren en de plaats Jasper. Wauw, wat is het hier mooi. Je kunt Mount Robson zelfs zien liggen met 3969 m de hoogste berg van Canada.
We maken een wandeling (trail) naar Whistler Summit op 2400 m. Onderweg zien we bergmarmotten die het fluitende geluid maken waar de berg naar is genoemd: to whistler = fluiten. Fotogeniek zijn ze. Nadat we naar onze mening genoeg tijd hebben doorgebracht op de berg, gaan we terug met de kabelbaan (lopend is het 3 uur maar met dit weer niet aanbevolen > te warm, weinig schaduw) en rijden door naar Mount Edith Cavell (3363 m). Daar maken we de Path of the Glacier trail. Gelijk aan het begin heb je al prachtig zicht op de Angel gletsjer en het meer eronder met ijsschotsen. Dat te midden van een fantastische omgeving met hoge bergen, ruige rotsen en bergen puin van natuursteen. We hopen dat de foto’s iets overbrengen van de adembenemende natuur hier. Volgens ons is dit de mooiste Canadese plek die we tot nu toe bewandeld hebben. Er groeien hier “ieniemienie’ boompjes: ze zijn meer dan driehonderd (!) jaar oud, maar nog geen anderhalve meter hoog. Dat komt doordat ze per jaar slechts een zeer korte groeiperiode hebben.
Na deze twee mooie wandeltochten rijden we naar Jasper. En bij de spoorwegovergang moeten we even wachten, er passeren 120 wagons, een beetje weinig wel …. maar gelukkig hebben we geen haast. Onderweg zien we aan de kant van de weg een beest, het is een coyote. Om daarna te genieten van ons terras bij heerlijke temperaturen en mooi zicht op het bos. Waar een elk vlakbij rondloopt en veel chipmunks leven. Later gaan we nog op pad en steekt er een –dames- Elk over. Na thuiskomst bij onze huisje tegen zonsondergang zien en horen we iets bewegen en ritselen in de achtertuin van ons huisje: een beer! En wat voor een: een nog niet volwassen grizzly! Hij is wat schuw (en wij ook) maar we hebben hem op de gevoelige plaat. Het is wel een zoekplaatje geworden wederom.
Dat Canada dezelfde klimatologische trekjes kent als Nederland, konden we verwachten maar niet wensen. Enfin, vannacht begon het met onweer en regen en vanochtend moest Pluvius zich er schijnbaar ook nog mee bemoeien. Ons ochtendritueel werd qua tempo wat verlaagd en na ontbijt en koffie op pad. Een dun regenjasje mee en een fleecevest want het is erg kil, de autothermometer geeft aan buiten 6 graden. Daar komen we niet voor, maar ja we moeten het even doen met de meest deprimerende kleur doen die er bestaat: grijs.
We gaan vandaag naar Maligne. De weg heet Maligne Road en ligt ten zuidoosten van Jasper. De eerste stop –in de regen dus- is bij Maligne Canyon, waar de Maligne River met een gigantische kracht het water door de canyon stort. De diepe uitgesleten kloof in het kalksteen is op sommige plekken niet meer dan twee meter breed. De kolkende massa is mooi om te zien, zelfs in de regen. Verderop langs de weg het Medicine Lake, weer een blauwgroen gletsjermeer dat momenteel erg hoog water heeft. Sommige wegen en wandelpaden zijn vanwege de hoge waterstand gesloten. Er is a. veel regen gevallen de laatste maanden en b. veel sneeuwval geweest deze winter dus een extra portie dit jaar aan water. Bij het Maligne Lake aangekomen is het iets droger en maken we de Mary Schäffer wandeling. Zij ontdekte als eerste vrouw in 1908 deze omgeving en gaf namen aan een aantal bergen. Het begin van de wandeling staat goed aangegeven, eerst langs het meer en later door het bos terug. Geen aanduiding meer te vinden, daar loop je samen in een bos vol wilde dieren op een wandelpad waar je niemand tegenkomt …. Voor de zekerheid laten we de berenbel maar klingelen aan de rugtas. Aan het eind van de route wel wat mede-wandelaars, dus we zitten i.i.g. goed. Het moet toch even gezegd worden: in de USA zijn de aanduidingen van zowel wandelingen als langs de wegen wat beter georganiseerd. Na afloop picknicken we en rijden dezelfde weg terug. Onderweg een vijftal Elks (dames, die noemt men cows) gespot en nog een Mountain Goat die de weg oversteekt. Kortom: je hoeft niet naar de dierentuin, want beesten kom je hier overal tegen. Je moet er alleen 9 uur vliegen voor over hebben.
Vandaag hebben we afscheid genomen van Jasper NP. Bij het ontbijt ontmoeten we Nederlanders die hier ook ruim een week zijn en het allemaal overweldigend vinden. We komen allen tot de conclusie: kan het brein dit aan? Zoveel moois in korte tijd, dat moet een mens verwerken. Maar we gaan gewoon door met genieten en wensen elkaar een mooie vakantie verder. Dan doen we de Icefields Parkway in zuidelijke richting. Een waar genoegen. Onderweg wat minder stops dan op de heenreis. Wel de Columbia Icefield met de 2 gletsjers Athabasca en Saskatchewan, de Wheeping Wall en bij The Crossing een stop. Dan door naar Highway 1 West, de Trans Canada Highway. Toch nog even afgeslagen naar Samson Mall voor die lekkere verse en warme broodjes van Laggans Bakery.
Op Hwy #1 is al snel de overgang bij Kicking Horse pass van Alberta naar British Columbia en van Banff naar Yoho National Park.
Yoho Nat Park is ontstaan na de ontwikkeling van de spoorwegen in de Rockies. Het is een klein park. Lang niet zo bekend als Banff en Jasper NP en laat dat vooral zo blijven. De naam Yoho stamt uit de taal van de Cree-indianen en betekent letterlijk verwondering of verbazing. Deze naam heeft het niet voor niets gekregen. In het park bevinden zich enorm hoge bergen (28 pieken boven de 3000 meter), steile rotspartijen, gletsjers, meren, spectaculaire watervallen en fossielen. De plaats Field is het enige dorp met een paar honderd inwoners, gelegen aan de voet van Mount Stephen. Field is een belangrijke spoorwegplaats.
Oorspronkelijk legde men een rails aan (CPR) van oost naar west bij het dorpje Field met een hellingshoek van 4,5 procent, het steilste spoorlijntraject van Noord-Amerika. Er gebeurde echter (te)veel ongelukken. Daarom werd in 1909 het traject aangepast met twee tunnels die in een spiraalvorm in de bergen werden uitgehakt waardoor de hellingshoek werd teruggebracht tot 2,2 procent. En zo kan men nu de treinen rijdend in en uit de Spiral tunnels (in de volksmond The Pretzel > krakeling) bewonderen. Het is dan ook een toeristische trekpleister van de eerste orde en die bezoeken wij als eerste in Yoho. Helaas geen trein in aantocht. Maar voor treinfanaten een must. In het voorjaar hebben wij in het Omniversum in Den Haag een film gezien over de Rocky Mountains en de treinen van Canadian Pacific Railway waarin dit werd uitgelegd en getoond. Hierin werd benadrukt dat het hele traject van CPR dat werd aangelegd door de bergen van Vancouver naar Calgary een ongekend stuk denkwerk en technische topper voor die tijd was, maar die wel enorm veel werktijd en mankracht heeft gekost.
Dan bezoeken we Takakkaw Falls, het water dendert met oorverdovend veel lawaai naar beneden. Het is de waterval van 254 meter hoog.
Verderop in het park nemen we de afslag naar Emerald Lake. Bearjam! De autobestuurder voor ons heeft de zwarte beer op foto, wij zien hem niet meer. Telt dus niet mee :-(.
Ja, en dan weer een meer denk je vooraf. Maar wat een beauty! Wederom groen/blauw of emerald zo men wil, bergen erom, bossen in overvloed. Zoals de folder van de lodge zegt: “This place is a hidden gem” en zo is het.
Eerst genieten we van een zeer goed ontbijtbuffet in het Mount Burgess restaurant van de Emerald Lake Lodge. Voor het eerst zelfs een beetje Europees met gegrilde ham en Emmentaler kaas i.p.v. Canadese bacon en cheddar.
De lodge en blokhutten/cabins zijn gebouwd in 1986. Maar de oorspronkelijke Emerald Lodge werd al gebouwd in 1902 voor de toeristen van de Canadian Pacific Railway.
De zon stond alweer hoog aan de hemel, dus we gaan voor een wandeling. De Emerald trail, die blijkt erg leuk te zijn. Onderweg veel mooie uitzichten, want het meer zelf ligt op 1302 m. hoogte maar de omringende bergen zijn drieduizenders, dan nog een gletsjer die het meer voedt en het plaatje is compleet. Ook veel panelen met uitleg over de natuur en de omgeving. Ja, wij leren zelfs in de vakantie iedere dag. Ook betoverende bloementapijten, prachtige velden alpiene bloemen tegen de berghellingen. Zo rond de middag zijn we klaar met dit rondje en nemen we de auto richting Field. Een stop bij Natural Bridge, een brug van natuursteen over de Kicking Horse River waardoor het water zich al schuimend een weg baant.
Het dorp Field stelt niet veel voor, er is zelfs geen supermarkt. Wat guesthouses en een hotel/café. Bezoeken Truffle Pigs, volgens Lonely Planet een aanrader. Bijzonder is het van binnen wel met al die varkentjes en de lunch is prima. We doen de visitors centre aan en keren terug naar ‘ons’ meer. De benen kunnen wat rust gebruiken, een beetje spierpijn hebben we eerlijk gezegd wel. Om een uur of vijf verlaten de meeste dagtoeristen deze plek en keert de rust weer. En de zon schijnt nog volop, dus het leven is simpel: terras, rust, boek en zon zijn een goede combinatie.
Op 31 juli begonnen we met weer het ontbijtbuffet van de lodge. Nu maar eens een pannenkoek en bagel cream cheese genomen ter afwisseling. Dat eet je thuis niet als ontbijt tenslotte. We hadden behoorlijke afstand te overbruggen, zo’n 400 km asfalt te gaan. We verlaten Yoho Park en laten de Rockies letterlijk achter ons, volgen grotendeels de Trans Canada Highway via Glacier Park naar het westen. Stoppen bij Rogers Pass, ook weer bekend vanwege de rails die hier werd aangelegd en waar door lawines van alles mis is gegaan. Daarom heeft men begin vorige eeuw een tunnel aangelegd en later is daar een tunnel voor de Trans Canada Highway bijgekomen. Het spoor neemt in Canada een belangrijke plaats in! We gaan over op Pacific Time, dat is 9 uur vroeger dan in Nederland, dus een uur tijdswinst vandaag. In Revelstoke maken we een stop, je kunt hier het spoorwegmuseum bezoeken, dat doen we niet maar wij zien de blauwe Rocky Mountaineer op het station, deze luxe trein is in de (reis)wereld erg bekend en geliefd. De trein is mooi, heeft panoramarijtuigen en rijdt dwars door de Rockies.
Bij Sicamous nemen we de zuidelijker afslag Hwy 97 richting Okanagan Valley.
Dit keer schrijf ik dus vanuit een totaal nieuwe en andere omgeving met vrnl. fruitbomen en druivenranken in een heuvelachtige gebied bij een enorm meer. De knop moet wel totaal om en het voelt wat on-Canadees, maar het went snel. Die temperatuur en dat Mediterraanse sfeertje vinden we een welkome afwisseling in het programma.
We kijken vanuit ons appartementje op het Lake Okanagan en de accommodatie ligt aan Rotary Beach, dat klinkt chiquer dan het is. Verder valt er niet veel te melden eigenlijk.
Stel je voor: aangename temperatuur, bijna ondergaande zon, een bord met culinaire lekkernijen voor je. La douce France, Bella Italia? Nee, Lake Okanagan!
Hier in de omgeving zie je twee dingen: golfbanen en wineries. We snappen meteen waarom hier zoveel pensionado’s neerstrijken: goed klimaat, ’s zomers golfen en watersporten, ’s winters skiën in Silver Star of Big White om de hoek.
We logeren in Kelowna, de grootste plaats van de Okanagan Valley. Maar zitten ten zuiden ervan, dus wel toeristisch maar ook redelijk kleinschalig, een haventje, wat terrassen en een aantal goede accommodaties.
Op 1 augustus 's avonds is er een airshow boven het meer. Mooi om te zien wat voor capriolen de vliegtuigjes uithalen!
Het relaxen in de streek Okanagan zit erop. Gisteren nog een ritje gamaakt naar Penticton en een stuk Nationaal Park, waarbij we op een onverharde weg terechtkwamen terwijl TomTom volhield dat het een doorgaande weg was. Toch maar teruggegaan en Naramata met een bezoekje vereerd, verre van opwindend. 's Middags weer heerlijk van ons grote terras genoten.
Op vrijdag 3 augustus verzamelen we onze spullen en deponeren die in de achterbak. We tuffen lekker door, wetende dat we in Whistler vandaag nog even willen rondkijken. We passeren weer mooie regio’s, veelal Indianengebieden. Het rijden is hier erg prettig, relaxed en iedereen houdt zich keurig aan de snelheid. En zo kan je al rondrijdend het mooie Canada aan je voorbij laten gaan.
In Lillooet zien we een bakery-deli en er staat ook Bäckerei op de gevel. Klinkt goed, dus naar binnen. JokeWe gaan naar binnen. Zegt de dame achter de toonbank in het duits waar komt u vandaan? En dan sta je opeens Duits te praten in West-Canada. Weer een aparte ervaring rijker en es hat uns gut geschmeckt! Tijdens de route behoorlijke afdalingen van 11-13%. Maakt voor de auto niets uit, voor je oren wel.
We komen om 16.30 uur in Whistler aan. Het stadje is ontworpen op de tekentafel, maar dat is wel goed gelukt. Een autovrij centrum, altijd prettig en alles ziet er tot in de puntjes verzorgd uit. Dit in wintersportkringen bekende Canadese oord kreeg nog een zetje in de rug toen in 2010 de Olympische en Paralympische Spelen werden gehouden in Vancouver en Whistler. De tweelingtoppen van de plaats zijn Whistler Mountain (2182 m.) en Blackcomb Mountain (2287 m.) met een skiseizoen van december tot mei, zelfs zomerskiën kan op Blackcomb Mountain.
Dus tijdens de in gang zijnde Olympische Spelen van Londen twenty=twelve zoals ze hier zeggen, doen wij een Olympisch weekend Whistler. Ons onderkomen bestaat uit een klein appartement met woonkamer, slaapkamer, badkamer en complete keuken. De prijs/kwaliteit verhouding in de zomer is in Whistler erg goed, ’s winters behoorlijk aan de prijs. Gelegen aan Mainstreet, dus alles bij de hand.
’s Avonds spreken we af met onze Nederlandse reisgenoten (we hebben een zakenrelatie van Frans ontmoet mijn zijn gezin) en eten gezamenlijk een Italiaanse maaltijd bij Caramba. Dat was gezellig.
En verder is er weinig te vertellen met zo’n reisdag achter de rug.
Vanochtend rustig aan opgestart. Het plan bestond al vandaag de bergen in te gaan en we liepen eerst langs de Visitors Centre om kaarten voor de liften te kopen en informatie over wandelingen te vragen. Dat is goed geregeld in Canada, een overvloed aan gratis informatie en brochures over de plaats en de omgeving. Vriendelijk wordt ons geadviseerd om vast liftkaarten te kopen, voor dezelfde prijs als bij de lift zelf maar dan vermijd je de rij daar. We doen een ‘rondje’, gaan eerst met de Whistler Gondola naar Whistler mountain, dan met de Peak Express naar de echte top van Whistler mountain en terug. Dan met de vrij nieuwe Peak2Peak Gondola naar Blackcomb mountain en vandaar met de Solar Coaster Express en de Wizard Express –stoeltjesliften- terug. Klinkt indrukwekkend en dat bleek het ook.
Bij de eerste stop boven aan de Whistler Village gondel staat de Inukshuk, het symbool van de Olympische Winterspelen 2010. Uit vijf enorm grote massieve natuursteen gestapelde blokken samengesteld. Dit is het symbool van de First Nations de oorspronkelijke bewoners van de streek: een stapeltje stenen in de vorm van een mens dat door Arctische indianen zou zijn gebruikt als richtingaanwijzer op de besneeuwde toendra’s. Vergelijk het maar met de steenmannetjes in de bergen. Na een kop koffie in Roundhouse Lodge gaan we lopen naar de lift Peak Express die ons helemaal naar boven brengt (een 4 persoons stoeltjeslift). Daar maken we de Summit Interpretive Walk met uitzichten op sneeuw, bergen, meertjes en een stuk van Whistler-stad. Erg de moeite waard. Dan met dezelfde lift terug bij Roundhouse naar de Peak2Peak gondola. Deze is in 2008 in gebruik genomen. Het is een 4,4 km lange kabelbaan tussen Whistler en Blackcomb mountain. De kabelbaan over de kloof tussen de twee bergen heeft de langste overspanning zonder ondersteuning van Canada want de twee steunpunten staan drie kilometer uit elkaar.
Op Blackcomb mountain aangekomen doen we de volgende wandeling: Alpine Walk. Het blijkt een geweldig mooie trail te zijn, over rotsen, door alpiene weiden met prachtige bloemetjes, uitzichten en zeer afwisselend. Het is boven ook behoorlijk warm, hoewel een graad of 10 minder dan beneden in het stadje. Naar de top van de Blackcomb berg heb je een kabelbaan/tocht met de naam 7th Heaven, dus als je daar gelopen hebt kun je zeggen dat je in de 7e hemel bent geweest .... maar die is gesloten helaas.
Na de prachtige wandelingen keren we per Solar en Wizard terug naar beneden en gunnen onszelf daarna op een zonnig terras een glas koud vocht. Dat hebben we best verdiend.
Whistler is wel de perfecte match tussen sportief vertier én een leuk dorp met allerlei faciliteiten. Waar ’s winters de skiërs en snowboarders afdalen, gaan de rest van het jaar de mountain bikers en wandelaars naar beneden. Verder is het aanbod sportieve activiteiten enorm groot: zip-linen, kanoën, raften etc.
Voor ons een dag waarvoor alle overtreffende trappen gelden, dit gecombineerd met prachtig weer dus een uitstekende vakantiedag!
Deze dag begon teleurstellend: er lag een brief op de deurmat dat het zwembad vandaag zou zijn gesloten vanwege een technisch mankement. Met duizend excuses van de directie. Da’s erg jammer omdat wij dachten na alle inspanningen van gisteren gaan we wat zwemmen en een boek lezen bij 30 graden :-). Ze hebben wel geregeld dat je in een nabijgelegen accommodatie kunt baden.
Enfin, plannen gewijzigd en in de loop van de ochtend naar Lost Lake gelopen, een vrij vlakke wandeling rond het meer. Het is een gecombineerd pad voor fietsen/mountainbikers en wandelaars, da’s een nadeel want daardoor best druk. De omgeving is –na gisteren- niet zo spectaculair of ... zijn wij wat verzadigd misschien? Rond lunchtijd weer in Whistler en heerlijk bij Brewhouse gezeten met uitzicht op de Olympische ringen en veel mensen te zien, altijd leuk.
Daarna naar ons appartement en daar lag weer een brief met goed nieuws: het zwembad was weer open. Dus op naar de pool, heerlijk verkoelend met deze warmte. En zo werd zondag toch nog een beetje rustdag.
We gaan morgen naar de grote stad dus de berencompetitie lijkt ten einde, we maken de balans op. De eindstand is 4: Dat is 3 -1 in het voordeel van de zwart/bruine t.o.v. slechts 1 grizzly. Niet zo'n hoge score, maar we zijn ook niet 's ochtends vroeg of 's avonds tegen zonsondergang op pad geweest voor de beren. Het waren toevalstreffers. En Canada is bearcountry, het hoort er gewoon bij!
Deze dag op weg naar Vancouver, de laatste bestemming van onze reis….. De weg erheen heet Sea to Sky Highway nr. # 99 en volgen wij al vanaf Lillooet tot aan Vancouver. Een prachtige route door mooie natuur en met veel uitkijkpunten. Deze ‘Route 99’ volgen we tot iets ten zuiden van Squamish, waar we Stawamus Chief Park aandoen omdat daar een 652 meter hoge granietrots is, die door rotsklimmers wordt afgedaald maar ook beklommen. Dat moet een steenhouwer toch even met eigen ogen aanschouwen. Hoewel niet zo super goed te zien vanaf het wandelpad. Daarna een koffiestop bij Lions Bay met mooi uitzicht over het water en de eilanden. Dan rijden we door naar Vancouver en omdat we daar de auto niet veel willen gebruiken, doen we eerst Lynn Canyon een hangbrug over een rivier en kloof. Vergelijkbaar met de bekendere Capilano Suspension bridge, maar dan minder groot, druk en toeristisch. Dan via de Lions Gate bridge, dat is de kleine variant van de Golden Gate in San Francisco en hier is de brug groen. In 1938 gebouwd, 2 pylonen zijn 110 m hoog, rijbanen 70 m boven de zeespiegel. Deze hangbrug overspant de Burrard Inlet en verbindt zo het noorden van Vancouver met het centrum.
Het is wel wennen, na 2 weken rondgereden en genoten te hebben van de natuur is daar ineens de wereld van flatgebouwen, sirenes en uitlaatgassen. Een van de grootste havenplaatsen ter wereld. Gelegen aan Burrard Inlet, een diepe inham die rechtstreeks in verbinding staat met de Stille Oceaan.
Bijnamen van Vancouver: Hollywood van het Noorden, multiculti-city, Raincouver. Maar vandaag is het droog en bewolkt, 22 graden zegt de dashboard info.
Door naar ons hotel en na inchecken lopend op verkenning in de buurt. Eerst doen we Canada Place, dat was het paviljoen van de Expo 1986 en is met vijf zeilen bekend, het stelt een clipper voor. Het biedt uitzicht op de haven van de stad, de rijen wolkenkrabbers, zicht op Stanley Park en de bergen van North Vancouver. De watervliegtuigen stijgen op en landen hier, een cruiseschip (Coral Princess) ligt voor anker. Ze zijn juist met de sloepenrol (veiligheidsoefening) bezig. Het complex Canada Place heeft winkels, theater, congrescentrum, restaurants en hotel Pan Pacific. Het geheel lijkt op een schip, en je kunt eromheen lopen en er staan overal informatieborden.
Gisteravond zijn we naar de Lookout Tower geweest, dat is de ‘Euromast’ van Vancouver. Hij is 169 meter hoog en de lift van glas gaat langs de zijkant van het gebouw omhoog, dus je moet stevig in de schoenen staan. Bovenin zit een uitkijkplateau en een restaurant. We hebben volop van het uitzicht en de uitleg op de borden genoten. Het werd langzaam donker en dan ziet zo’n stad met lichten er weer heel anders uit dan bij daglicht, beide de moeite waard.
Vanochtend liepen we naar een fietsenverhuurder hier niet ver vandaan. Nadat we beide een hippe bike hadden gekregen hoort daar ook een (verplichte) helm bij. Dus volledig opgetuigd zijn we naar Stanley Park gefietst langs de haven met jachten, boten en watervliegtuigen. Jut en Jul doen sportief! Stanley Park, is met 400 hectare één van de grootste stadsparken in Noord-Amerika. O.a. vind je er een behoorlijk aantal totempalen bij elkaar, ze vertelden de geschiedenis van de stam en legden zo de belangrijke episodes vast van hun verleden. Verder een beeldje à la zeemeermin in Kopenhagen, zij heet hier Girl in wetsuit. Het Aquarium slaan we over. Rondom Stanley Park ligt de 9 kilometer lange Seawall promenade, een fiets/wandelpad waarbij je goed Vancouver ziet liggen. De bouw van de promenade, oorspronkelijk bedoelt als voorzorgsmaatregel tegen erosie, begon in 1918 en werd pas voltooid op 26 september 1971. Vanaf de Seawall heb je schitterende uitzichten over de skyline van Vancouver, Lions Gate bridge, de omringende bergen en er zijn een aantal stranden. Het is heerlijk om te fietsen, tussen 22 en 24 graden vandaag. Een lekker zeewindje erbij, wat stops en een rustig tempo maken het tot een leuke ervaring.
Nadat we de fietsen hebben ingeleverd, doen we de volgende toeristische excursie: De hop-on-hop-off bus met wel 22 punten om in- en uit te stappen. Het is een goede gelegenheid om veel te zien in korte tijd en je wordt gereden. We doen de in- en uitstapmogelijkheden selectief en bezoeken o.a. Granville Island waar je de Public Market hebt, een overdekte markt met zowel etenswaren als allerlei andere zaken in een sfeervolle wijk met galerieën en wat leuke restaurants/terrassen aan False Creek.
Na deze nuttige en leuke dag hebben we een goed beeld van Vancouver gekregen. Morgen nog wat andere attracties, want de buskaart is 24 uur geldig.
Gisteravond barstte het los: onweer en regen. Maar we zaten droog … en tegen het eind van de avond was het weer over.
Vanochtend rustig aan begonnen. We gingen naar Gastown en hebben de bekende stoomklok bekeken en gefotografeerd. Ach, het hoort erbij.
Bij Canada Place liggen inmiddels 2 cruiseschepen: de Volendam van de Holland America Line HAL en de Seven Seas Navigator. We kijken vol belangstelling naar de bevoorrading van de Volendam. Daar komt heel wat bij kijken voordat zo’n schip weg kan varen.
Voor ’s middags hebben we gisteren een excursie per watervliegtuigje gereserveerd. Die vertrekken vlakbij ons hotel en het ziet er aantrekkelijk uit en is goed betaalbaar. We zijn ruim op tijd aanwezig bij de ‘terminal’ en na inchecken mogen we wachten in de vertrek’lounge’ met koffie, thee en uitzicht op de vertrekkende en terugkomende vliegtuigen van Harbour Air en Westcoast Air. Ze hebben naast de excursievluchten ook vluchten naar Victoria en Nanaimo op Vancouver Island en naar Whistler. We gaan aan boord, er zitten 12 mensen (max = 14) in het propellervliegtuigje. Het toestel is een DHC-3 (De Havilland single turbine). De piloot (in korte broek) legt nog wat veiligheidszaken uit daarna stijgt het op: gaaaaaf!! Je voelt niet meer dan opstijgen vanaf asfalt alleen wel wat gespetter natuurlijk. We vliegen op 600 meter hoogte en alles is goed te zien, de stad, de haven, Stanley Park, de veerboten bij Horseshoe Bay en de bergen. Het vliegen duurt 20 minuten en dan landen we weer op water en gaan naar de pier. Een leuke ervaring!
Vlak voor 17.00 uur passeren we de cruiseterminal en gaan de trossen los en vaart de Volendam uit. Met enige trots zien wij onze nationale driekleur wapperen.
Je vertrekt naar Canada en weet dat het een kleine 3 weken duurt. Maar nu zit het er echt op. Het is best fijn om weer naar huis te gaan ook.
We hebben geen programma vandaag, rustig wakker worden, ontbijten, pakken. Wij vliegen pas om 16.00 uur en we kunnen de kamer tot 12.00 uur aanhouden. Hebben alles snel ingepakt, de cursus koffermanagement was niet nodig dit keer en met tevredenheid geconstateerd dat we ook nu weer beiden uitkomen met het gewicht. En dat valt mee want de kilo's wegen aardig door met de hoeveelheid reisfolders die de dame in dit gezelschap wil meenemen.
Eind van de ochtend het korte ritje van Canada Place naar de luchthaven. We leveren de auto in bij Alamo, dat is zo gepiept en lopen het korte stukje naar de terminal. We hebben een upgrade Business Class, jaja. We zijn vroeg dus eerst aan de koffie, thee in de vertrekhal, dan door de douane en naar de Plaza lounge om daar wat Nederlandse kranten te lezen, da's 3 weken geleden tenslotte! We gebruiken nog een lichte lunch. Het is een nette luchthaven met de gebruikelijke winkels, restaurants, groen, zitgelegenheid.
We vertrekken een kwartier na schematijd en vliegen een Boeing 777-200 van KLM. De Albert Plesman. Stoelen 5G en 5J, erg prettig en de KLM dames weten ons te verleiden tot een 3-gangen maaltijd.
De terugreis duurt geen 9 uur door de jetstream maar 8,5 uur dus zijn we rond 10.00 uur Nederlandse tijd geland.
Aan al het goede komt een einde ... een prachtige reis die ik van harte kan aanbevelen aan klanten met alle details vandien.
26 Augustus 2012
West Canada09 Augustus 2012
Prachtig West-Canada !08 Augustus 2012
Vancouver04 Augustus 2012
Olympic City Whistler02 Augustus 2012
Okanagan: Dolce far nienteDroomwerk? Zoals te doen gebruikelijk word mij vaak gevraagd “Waar ben je nú weer geweest?” Lang heb ik me ietwat schuldig gevoeld en voerde ik aan dat er toch vooral gewerkt werd tijdens een studiereis. Het is een w-e-r-k-r-e-i-s. Niets ingewikkeld, de een doet onderzoek in het Great Barrier Reef en mag tijdelijk op een tropisch eiland wonen, de ander bouwt huizen in Indonesië na de tsunami en ik bezoek bestemmingen en onderzoek hotels. Met tot doel bij geschiktheid dit over te brengen op de klanten en deze bestemming beter te kunnen verkopen. Zo simpel is dat. Kun je lekker gerecht niet het beste opdienen als je het eerst zelf een keer gemaakt en geproefd hebt, succes verzekerd! Dus droomwerk, ja en nee. Natuurlijk zie ik veel van de wereld en krijg je soms een paar uurtjes tijd om zelf te genieten van die zonovergoten witte stranden. Maar er zijn toch vooral veel verplichtingen (hotels inspecteren, verplichte maaltijden en power point presentaties met managers). Je gaat vaak met een groep onbekende collega’s op stap en komt als gezellige vrienden uit de reiswereld terug. Dus met enthousiasme ga ik op de ingeslagen weg door. Zie mijn verslagen!
Actief sinds | 09 Sept. 2013 |
---|---|
Verslag gelezen: | |
Totaal aantal bezoekers | 84334 |
19 Mei 2019 - 01 Juni 2019
Puglia - Italië12 Maart 2018 - 19 Maart 2018
Madonna di Campiglio wintersport28 November 2017 - 05 December 2017
Lanzarote13 September 2017 - 17 September 2017
Schotland - studiereis15 Juni 2017 - 11 Augustus 2017
Noord-Italië15 November 2016 - 22 November 2016
Fuerteventura13 Juni 2016 - 12 Juli 2016
Namibië - Zuidelijk Afrika17 Maart 2016 - 16 Maart 2016
Wereldwijd28 Juli 2015 - 13 Augustus 2015
Italie - Dolomieten en Gardameer04 Juni 2015 - 08 Juni 2015
Ierland - studiereis17 September 2014 - 22 September 2014
New York -02 September 2014 - 07 September 2014
Canada-Oost - studiereis03 Augustus 2014 - 22 Augustus 2014
Vancouver Island & NW USA11 April 2014 - 14 April 2014
Milaan - Italië11 Maart 2014 - 15 Maart 2014
Curacao en Bonaire - studiereis13 December 2013 - 20 December 2013
Marsa Alam - Rode Zee - Egypte27 Juli 2013 - 15 Augustus 2013
Corsica (Fr.) en Piemonte (It.)15 Maart 2013 - 22 Maart 2013
Zuid-Afrika - studiereis07 November 2012 - 14 November 2012
Dominicaanse Republiek27 September 2012 - 04 Oktober 2012
Lara - Turkse Riviera23 Juli 2012 - 16 Augustus 2012
West-Canada rondreis Alberta en British Columbia07 Juni 2012 - 10 Juni 2012
Praag09 Maart 2012 - 16 Maart 2012
Selva - skigebied Val Gardena06 Oktober 2011 - 13 Oktober 2011
Kenia en Zanzibar - studiereis23 September 2011 - 30 September 2011
Kefalonia - Griekenland25 Juli 2011 - 14 Augustus 2011
USA: rondreis van Seattle naar San Francisco10 Mei 2011 - 16 Mei 2011
Dubai en Oman - studiereis04 November 2010 - 11 November 2010
Israel - studiereis30 Juli 2010 - 06 Augustus 2010
La Palma (Canarisch eiland)16 Juli 2010 - 28 Juli 2010
Toscane02 Oktober 2009 - 09 Oktober 2009
Mauritius - studiereis Club Med.02 Juni 2009 - 10 Juni 2009
West-Australië - studiereis04 Mei 2009 - 08 Mei 2009
Azoren - studiereis07 Maart 2009 - 14 Maart 2009
Serfaus skigebied Serfaus-Fiss-Ladis - Oostenrijk27 Juli 2008 - 16 Augustus 2008
USA West o.a. Yellowstone Park en Rocky Mountains28 Juli 2007 - 15 Augustus 2008
Cuba rondreis04 Juni 2008 - 11 Juni 2008
Canada-West - studiereis (camper)16 Mei 2008 - 25 Mei 2008
Taiwan - studiereis25 Oktober 2007 - 01 November 2007
Side - Turkse Riviera30 Mei 2007 - 08 Juni 2007
Thailand - studiereis16 Februari 2007 - 24 Februari 2007
Obertauern - wintersport23 Juli 2006 - 11 Augustus 2006
USA Zuid-West25 Juni 2006 - 02 Juli 2006
Seychellen - studiereis18 Mei 2006 - 22 Mei 2006
Rome - de eeuwige stad25 Februari 2006 - 04 Maart 2006
Brixen - skigebied Wilder Kaiser - Oostenrijk07 Juni 2005 - 15 Juni 2005
Jamaica - studiereis09 April 2005 - 16 April 2005
Lapland - Noorden van Finland - studiereis18 December 2004 - 01 Januari 2005
Zuid-Afrika : wereld in één land24 Juli 2004 - 07 Augustus 2004
Le Marche - Italië06 April 2004 - 13 April 2004
Marokko - studiereis19 December 2003 - 27 December 2003
Nauders - wintersport19 September 2003 - 22 September 2003
Gran Canaria en Tenerife - studiereis15 Maart 2003 - 20 Maart 2003
Beijing - studiereis18 Oktober 2002 - 26 Oktober 2002
Singapore & Indonesië - studiereis22 Maart 2001 - 30 Maart 2001
Sri Lanka & Malediven - studiereis25 December 1999 - 03 Januari 2000
Agadir - Marokko